De bestuursrechter van de rechtbank Noord-Nederland heeft de in 2021 verleende omgevingsvergunning van Bio Energie Holwerd vernietigd. Dit bedrijf, eigendom van het Brits-Zuid-Afrikaanse Green Create, exploiteert op het bedrijventerrein van Holwert een co-vergistingsinstallatie. Eerder in 2021 zette de rechtbank al een streep door de in 2018 verleende vergunning. De gemeente Noardeast-Fryslân dacht toen met enkele aanpassingen de vergunning wel opnieuw te kunnen verlenen, maar ging daarbij dus opnieuw de fout in. Op een zevental punten vond de bestuursrechter het beroep gegrond.
De vergunning stond heel veel geur veroorzakende activiteiten toe, echter zonder dat er geurvoorschriften werden gesteld. Dit in tegenstelling tot de oprichtingsvergunningen uit 2009/2010 die geen geurhinder toestonden. Daardoor werden in 2021 de zogenaamde ‘bestaande rechten’ van het bedrijf enorm uitgebreid en die zijn later lastig weer in te perken. Er was Dorpsbelang Holwert en enkele omwonenden daarom alles aan gelegen om deze vergunning van tafel te krijgen. De rechtbank verklaarde de beroepsgrond die hierop betrekking had gegrond.
Verder is de rechtbank van oordeel dat het besluit dat geen milieueffectrapportage hoefde te worden opgesteld niet deugt. De gemeente had de toename van geur ten opzichte van de oude vergunningen moeten beoordelen, maar had zowel de oorspronkelijk vergunde situatie (geen geurhinder) als nieuwe situatie niet goed in beeld.
Ook werd niet aan de ‘beste beschikbare technieken’ voldaan, omdat er voor de opslag van vaste mest en dikke fractie digestaat geen voorschriften waren over bijvoorbeeld het gesloten houden van deuren en geurreiniging. Dat het inpandig (in plaats van buiten, zoals vergund) scheiden en verladen van digestaat een goede manier is om hinder te beperken onderschrijft de rechtbank ook.
Voordat in 2021 de vergunning werd verleend, was al een revisievergunning aangevraagd, waarin de digestaatscheiding wel inpandig plaatsvindt en er verschillende luchtwassers worden aangevraagd. Deze aanpassingen in de bedrijfsvoering waren nodig om een ‘stikstofvergunning’ te kunnen krijgen. Daarom was het al heel merkwaardig dat de nu vernietigde vergunning nog werd verleend. Dorpsbelang en de betrokken omwonenden betreuren het feit dat er zo veel energie is gaan zitten in de vergunning voor een bedrijfssituatie die door de huidige eigenaar helemaal niet werd beoogd, in plaats van in de revisievergunning, waarover nog steeds geen ontwerpbesluit is genomen. Daarvoor heeft de gemeente nu wel belangrijke vingerwijzingen van de rechtbank gekregen. De beoordeling van de revisieaanvraag vraagt nu wel een fundamenteel andere benadering dan de omgevingsdienst FUMO tot nu toe altijd heeft gevolgd. De misvatting dat de eerder verleende vergunningen al veel activiteiten toestonden en dat die nu eenmaal geur veroorzaken, lijkt diepgeworteld te zijn. De rechtbank maakt duidelijk dat men juist moet zien naar de voorschriften die eerder geen geurhinder toestonden. Ook schrijft de rechtbank dat met maatwerkvoorschriften kan worden voorgeschreven dat geen geurhinder wordt veroorzaakt. Het is aan B&W om deze handschoen nu op te pakken.